Marsveldstraat 1A

Appartementsgebouw van vier verdiepingen, waarvan de laatste licht terugwijkend, gebouwd in 1954 volgens de plannen van Marcel Leloup, op een onregelmatig perceel gevormd door de hoek van de Marsveldstraat en het gelijknamige plein.

Vanuit de vestibule met getegelde vloer versierd met marmeren kaders en een verzonken plafond, ziet men iets rechts uit de as van de ingang de Schindler-lift achter een dubbele houten deur met grote ramen. De lift stond in de oorspronkelijk plannen en loopt in een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  door het brede trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. van de granito wenteltrap. De ronde traphal wordt verlicht door een lichtkoepel gevormd door de dakramen rond de betonnen plaat die de schachtkop afsluit. De schachtbescherming gebeurt door een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. die bestaat uit ijzeren kaders die een metalen rooster met vierkante of ruitvormige mazen omsluiten. De borstwering en de leuning volgen elegant de opwaartse curve van de trap. De bordesdeuren zijn allemaal identiek en zijn geïntegreerd in een kader van ijzerwerk en plaatstaal, met een glazen bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. dat tot tegen het plafond komt. Deze deuren zijn ook van plaatstaal en zijn grotendeels opengewerkt met glas. Ze hebben hun originele handgrepen en sloten behouden.

De liftkooi is voorzien van rechthoekige ventilatieopeningen, wat typisch is voor Schindler-liften. Hij heeft een oud identificatieplaatjeEen paneel of plaatje met technische informatie en/of instructies voor het gebruik van de lift in schriftelijke vorm.  en zijn fabrieksmerk behouden.

In de machinekamer zijn de hoogstwaarschijnlijk originele motor, remEen op de motoras geplaatste inrichting die de motor afremt en tot stilstand brengt door middel van twee schoenen die op de remtrommel sluiten. Standaard staat de rem in de gesloten stand. Hij wordt geopend door middel van een spoel of een servomotor.  en servomotorEen motor die de opening van de remschoenen en de voeding en draairichting van de tractiemotor elektromechanisch regelt. en tractielier bewaard gebleven; de schakelkast werd gemoderniseerd. De schijvenkamer, in het dak boven het dakraam, herbergt de originele keerschijven van de kooi en van het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen. , twee buiten gebruik zijnde schijven (voor de oude verdiepingskiezer?) en de snelheidsbegrenzer. Zoals bij andere Schindler-installaties is het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  in de gemeenschappelijke schacht bekleed met houten panelen. 

Deze lift is zorgvuldig geïntegreerd in zijn architecturale context en vormt samen met de trap een centraal element van het gebouw. Als zodanig is het, naast zijn historisch en technisch belang, van uitgesproken esthetisch belang.