Kenmerken van de installatie
Ontwerper(s)
Schindler
Installatie
Datum van ingebruikname
Juridisch statuut
Erkenning van de historische waarde op 19 januari 2023
Hoofd- of dienstlift
Energie
Serienummer
Aantal stopplaatsen
Nominale last (kg)
Aantal personen
Snelheid (m/s)
Type schacht
Schachtwanden
Bordesdeuren
oude element(en)
Geleiders
Plaats van het tegengewicht
Oproeknoppen
Identificatieplaatjes
Oude fabrieksmerken
De kooi
Vorm van de kooi
Kooimaterialen
Kooideur
Bedieningsknoppenkast
Oude fabrieksmerken
Verlichting
Kooiaccessoires
Machinerie
Plaats van de machinerie
Lier
Schakelbord
Verdiepingskiezer
Snelheidsbegrenzer
Metadata
Datum redactie fiche
Auteur van de fiche
id
Beschrijving
Dit grote hoekappartementsgebouw in pakketbootstijlArchitectuurstijl uit interbellum en geïnspireerd op de gestroomlijnde pakketbootesthetiek (boegvormige volumes, patrijspoorten, enz.) werd gebouwd in 1934-1936 naar plannen van architect Jacques Saintenoy. Oorspronkelijk beschikte het over een hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. en een dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. , beide van het merk Schindler. In elk appartement bevonden de vertrekken voor het huishoudelijk personeel zich aan de achterzijde van het gebouw; de secundaire lift bood daar rechtstreeks toegang via een terras.
De inkompartijen zijn rijkelijk afgewerkt met travertijn en vormgegeven in een verfijnde modernistische stijl. De monumentale wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. in marmer en zwart granito, die de bovenste verdiepingen ontsluit, neemt een centrale positie in de hal in, aansluitend op de entreehal. De trap begint met een kolom die identiek is aan de kolommen die de toegang tot de lobby omlijsten. De volledige hoogte van de hal wordt verlicht door grote ramen, waarvan de eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien zijn van geometrisch glas-in-lood.
De hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. bevindt zich discreet links van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., in een gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . Hij bedient zeven verdiepingen en de eerste kelder. De vleugeldeuren van de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. zijn vervaardigd uit hetzelfde hout als de binnendeuren van de appartementen en bevatten een rechthoekig raampje. De deurklinken lijken origineel te zijn, net als de oproepknoppen. Opmerkelijk is de oproepknopEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen. op de begane grond, die voorzien is van een optische vloeraanduiding waarmee de positie van de lift kon worden gevolgd.
De eikenhouten liftkooi is typerend voor de gestandaardiseerde Schindler-productie van de jaren 1930. Het onderste deel van de wanden is bekleed met fineerstroken met afwisselende houtnerf. De ventilatieopeningen onder het plafond zijn tegenwoordig afgesloten met roosters. De cabine heeft haar originele vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. en het Schindler-handelsmerk behouden.
De machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift. , gelegen op het dak naast de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. , is intussen volledig gemoderniseerd.
Deze lift is discreet geïntegreerd in een stijl die harmonieert met de architectuur van het gebouw. Samen met de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. getuigt hij van de sociale organisatie van luxeappartementen uit het interbellum, met gescheiden ruimten en circulatie voor personeel en bewoners. Daarmee bezit hij een duidelijke historische waardeHet onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem)..