Kenmerken van de installatie

Ontwerper(s)

Schindler

Otis

Installatie

oorspronkelijke installatie

Datum van ingebruikname

circa 1932

Juridisch statuut

Erkenning van de historische waarde op 24 maart 2023

Hoofd- of dienstlift

hoofdlift

Energie

elektrisch

Serienummer

939

Aantal stopplaatsen

10

Nominale last (kg)

225

Aantal personen

3

Snelheid (m/s)

0.75

Type schacht

deels geopend schacht

Schachtwanden

smeedwerk
glas

Bordesdeuren
oude element(en)

vleugeldeur
metalen plaat

Geleiders

ijzeren ronde

Plaats van het tegengewicht

in een gemeenschappelijke schacht

Oproeknoppen

oude

Identificatieplaatjes

geen

Oude fabrieksmerken

neen

De kooi

Vorm van de kooi

vierhoekig

Kooimaterialen

metaal

Kooideur

geen

Bedieningsknoppenkast

oude

Identificatieplaatjes

oude

Oude fabrieksmerken

ja

Verlichting

ingebouwde verlichting in het plafond

Kooiaccessoires

spiegel

Machinerie

Plaats van de machinerie

op het dak

Lier

oude motor
tractieschijf

Schakelbord

oud

Verdiepingskiezer

oud

Snelheidsbegrenzer

recente snelheidsbegrenzer

Metadata

Datum redactie fiche

Dinsdag 28 februari 2023

Auteur van de fiche

Céline Chéron

id

Urban : 814
lees meer

Beschrijving

Het modernistische appartementsgebouw, met een commerciële benedenverdieping, op de nrs. 1 tot 7a Zelfbestuursstraat werd in 1931 ontworpen door de architect Fernand Brunfaut en in 1933 voltooid, in samenwerking met Maxime Brunfaut, als onderdeel van het complex dat zij bouwden voor de Société coopérative La Prévoyance Sociale. Dit gebouw met dubbele ingang herbergt vier winkels en tweeëndertig appartementen. Het heeft twee vestibules en trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., elk met een lift. Het gebouw is ook uitgerust met vier goederenliften die de platte terrassen bedienen, in het verlengde van de keukens. Zij dienden voor het vervoer van houtskool voor de individuele verwarming van de appartementen. Tegenwoordig zijn ze verwaarloosd, maar ze zijn bewaard gebleven, samen met hun originele machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift. .

De vestibule, waarvan de vloer en de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … zijn bekleed met geaderd zwart marmer, wordt van de hal gescheiden door vier treden van geaderd wit marmer. De vloer van de hal is van granito met zwarte mozaïeklijnen. De rechthoekige trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. zijn bekleed met gewassen granito, dat als lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … is aangebracht. De bescherming van de liftschacht werd door de architect in zuiver modernistische stijl op maat ontworpen en uitgevoerd door de firma Williams & Williams uit Vilvoorde. De zijkanten van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  worden gevormd door metalen kaders die zijn bevestigd aan de metalen buizen die de hoeken vormen, en waarin grote ruiten zijn aangebracht. In deze 3 zijden zijn de buisvormige verchroomde metalen leuningen van de trap opgenomen, die overeenkomen met de leuningen die aan de granieten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … zijn bevestigd. De voorzijde bestaat uit dunne stijlen die tot het plafond reiken en de omlijsting vormen van de bordesdeuren.

De liften waren oorspronkelijk Otis-liften met vouwhekken en cabines van eikenfineer. Deze laatste waren geïnspireerd op model nr. 8 van de Otis-catalogus, vereenvoudigd om de verfijnde esthetiek van Brunfaut te respecteren.

Waarschijnlijk begin jaren 1950 werd de installatie door Schindler gemoderniseerd, wellicht nog onder toezicht van Brunfaut. De houten cabines werden vervangen door metalen exemplaren. De oproepknoppen, bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  en merken in de cabines dragen het Schindler merk. De door Otis geïnstalleerde vouwhekken werden, waarschijnlijk tegelijkertijd, vervangen door enkele massieve metalen deuren met lange chromen handgrepen. Boven de landingsdeuren, tussen de stijlen die het kader vormen, werd een gladde wand aangebracht; het glas aan weerszijden van de deuren werd geschilderd of bekleed met metalen panelen (op de begane grond). De ronde geleidersVerticale rails van metaal en soms hout, bevestigd over de gehele hoogte van de schacht, waarlangs de liftkooi of het tegengewicht loopt. Kabels kunnen worden gebruikt als geleiders voor het tegengewicht. , typisch voor de fabrikant Otis, getuigen van de oorspronkelijke installatie.


Deze liften zijn esthetisch interessant vanwege de schachtsluiting op maat ontworpen door F. Brunfaut, van een modernistisch ontwerp dat vrij avant-gardistisch was voor zijn tijd, en perfect geïntegreerd in de stijl van het gebouw. De wijzigingen aan de cabines en de bordesdeuren, waarschijnlijk nog aangebracht door de Brunfaut, getuigen van hun streven naar steeds meer moderniteit en eenvoud. Ook de liften zijn van historisch en technisch belang.