Kenmerken van de installatie

Ontwerper(s)

Schindler

Installatie

oorspronkelijke installatie

Datum van ingebruikname

circa 1932

Juridisch statuut

Beschermd sinds 16 maart 1995

Hoofd- of dienstlift

hoofdlift

Energie

elektrisch

Serienummer

18

Aantal stopplaatsen

7

Nominale last (kg)

300

Aantal personen

4

Snelheid (m/s)

0.5

Type schacht

deels geopend schacht

Schachtwanden

metselwerk

Bordesdeuren
oude element(en)

hout
vleugeldeur

Geleiders

T-vormig ijzeren

Plaats van het tegengewicht

in een gemeenschappelijke schacht

Oproeknoppen

oude

Identificatieplaatjes

geen

Oude fabrieksmerken

ja

De kooi

Vorm van de kooi

vierhoekig

Kooimaterialen

houten eiken houtfineer bewerkte glazen (bedrukt, gekleurd, afgeschuind)

beglaasd(bewerkt glas, glas-in-lood, doorschijnend

Kooideur

metalen en houten vouwhek

Bedieningsknoppenkast

oude

Identificatieplaatjes

oude

Oude fabrieksmerken

ja

Verlichting

recente plafondlamp

Kooiaccessoires

spiegel

Machinerie

Plaats van de machinerie

in de zolder

Lier

oude motor
kabeltrommel

Schakelbord

oud

Verdiepingskiezer

oud

Snelheidsbegrenzer

oude snelheidsbegrenzer

Metadata

Datum redactie fiche

Donderdag 23 november 2023

Auteur van de fiche

Céline Chéron

id

Urban : 167
lees meer

Beschrijving

Art Deco appartementsgebouw, een uitzonderlijk voorbeeld van de invloed van de Amsterdamse SchoolBelangrijke Nederlandse expressionistische architectuurrichting (ca. 1913-1930) met specifieke volumewerking en decoratief baksteenmetselwerk (belvédère-baksteen) als haar voornaamste kenmerken. in Brussel, gebouwd door architect Joe Ramaeckers in 1930 voor ondernemer en projectontwikkelaar Charles-Henri Thorelle, op de hoek van de Molièrelaan en de Joseph Stallaertstraat.


De hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. , geheel op maat ontworpen, past opmerkelijk goed bij de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw, die een bijzonder geraffineerd ontwerp en behandeling kregen: marmeren vloeren in contrasterende kleuren, geometrische glas-in-loodramen in de vestibule en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., glas-in-lood verlichtingsarmaturen, enz. Een halfrond volume op de kruising tussen de twee vleugels van het gebouw herbergt het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., dat wordt overspoeld met licht door de vele ramen, en de Schindler-lift, die zeven verdiepingen bedient.


De schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  wordt beschermd door een trapsgewijze muur bekleed met geelgekleurde tegels met een zwart gestructureerde boord. Aan de binnenkant zijn de muren bedekt met een "gekamd" reliëfpleister dat identiek is aan dat op de overlopen en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Volgens een grondige studie van de originele kleuren, uitgevoerd in 2018, was dit pleisterwerk afgewerkt met een zilverkleurige verf die de reliëfs accentueerde en het licht op een subtiele manier weerkaatste.
Twee Belvedere bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., een materiaal dat alomtegenwoordig is op de gevel en in het decor van de vestibule, omlijsten de bordesdeuren aan weerszijden en herbergen de bewaarde oproepknoppen. Het oog van de bezoeker wordt naar de lift getrokken, wat wordt benadrukt door de slimme compositie van de vloerbedekking op de overloop: het lichtgekleurde marmer op de benedenverdieping en de met granito ingelegde mozaïeken op de verdiepingen vormen pijlen die naar de lift wijzen. Deze puntige composities doen denken aan de glas-in-lood verlichtingsarmaturen, gevormd uit twee afnemende driehoeken, die op de hoeken van de plafonds van de overloop zijn geplaatst.


De bordesdeuren zijn gemaakt van panelen van noordelijk rood dennenhout, rechthoekig van vorm met afgesneden zijkanten aan de bovenkant. Het schilderwerk van de deur op de benedenverdieping, gerestaureerd volgens de kleurenstudie, is groen voor de structuur en zilver met granietreliëf voor de panelen. Het vormt een samenhangend geheel met de andere deuren in de hal, die op dezelfde manier zijn geschilderd. Op de verdiepingen vervangt de witte kleur van de deuren en de voegen van de zichtbare delen van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. de oorspronkelijke kleur. Op alle bordesdeuren is een plaquette met het Schindler-handelsmerk aangebracht.


De liftkooi is een zeer fraai meubelstuk, dat speelt met vlakken, uitsteeksels en uitsparingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van eikenhouten panelen die over de structuur zijn geschroefd en genageld. Drie lijsten, afgerond op de hoeken en geaccentueerd door een donkere afwerking, verlevendigen de bovenkant van de liftkooi aan de buitenkant. Deze reliëfs doen denken aan de verzonken bakstenen banden aan de bovenkant van de hoektoren van de gevel van het gebouw. Aan de binnenkant van de cabine worden in het bovenste derde deel van de muren openingen afgewisseld die bekleed zijn met mat Oud-Vlaams profielglas (dat overal in het gebouw te vinden is: bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van garagedeuren, toegangsdeur, lichtarmatuur in de vestibule, enz.). Aan het plafond speelt een kruisvormige houten structuur opnieuw in op de verschillen in vlakken en uitsparingen en herbergt vier heldere kathedraalglazen. De originele kenmerken van de liftkooi zijn behouden: bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  en alarmknop, merknaam, naamplaatje met instructies voor het gebruik van de lift, houten vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. met metalen beugels, beweegbare vloer en vaste houten schaatsEen langwerpig stuk met afgeschuinde uiteinden dat aan de liftkooi is bevestigd en waarmee de hendel voor het openen van de bordesdeur op elke verdieping wordt bediend. Andere schaatsen activeren zo nodig de eindeloopschakelaars. . De beugelEen metalen structuur, opgehangen aan de tractiekabels die de liftkooi of het tegengewicht dragen. en het parachutesysteem zijn ook origineel. De onderkant van de liftkooi is gemaakt van houtfineer met afwisselende stroken houtnerf. De liftkooi beweegt langs metalen T-vormige geleidersVerticale rails van metaal en soms hout, bevestigd over de gehele hoogte van de schacht, waarlangs de liftkooi of het tegengewicht loopt. Kabels kunnen worden gebruikt als geleiders voor het tegengewicht.  en het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen. , dat zich in dezelfde as aan de achterkant van de cabine bevindt, langs geleidingskabels.


De machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  heeft zijn originele onderdelen behouden: snelheidsbegrenzer, lierGekoppeld aan de motor, een mechanisch apparaat dat de kabels van de cabine en het tegengewicht aandrijft op een trommel of tractieschijf. , motor (waarschijnlijk gemoderniseerd na de oorlog), remEen op de motoras geplaatste inrichting die de motor afremt en tot stilstand brengt door middel van twee schoenen die op de remtrommel sluiten. Standaard staat de rem in de gesloten stand. Hij wordt geopend door middel van een spoel of een servomotor. , remservomotor, verdiepingskiezerEen elektromechanisch apparaat in de machinerie dat de exacte positie van de liftkooi aangeeft door middel van overeenkomstige contacten op elke verdieping. Verbonden met de oproep- en bedieningsknoppen kan de liftkooi op de gewenste verdiepingen worden gestopt en gestart. , kabbeltrommel, eindschakelaar en bedieningspaneelIn de machinezaal bevindt zich een elektromechanisch paneel dat de informatie ontvangt en doorgeeft die nodig is om de lift te doen starten of te doen stoppen. .


Deze lift is een uitzonderlijk voorbeeld, uniek in Brussel, van een volledig op maat ontworpen installatie geïntegreerd in een gebouw geïnspireerd op de stijl van de Amsterdamse SchoolBelangrijke Nederlandse expressionistische architectuurrichting (ca. 1913-1930) met specifieke volumewerking en decoratief baksteenmetselwerk (belvédère-baksteen) als haar voornaamste kenmerken.. M. Thorelle en A. L. Malcorps, een andere architect met wie hij samenwerkte, ontwierpen een reeks gebouwen waarin bepaalde elementen van de lift aan de Molièrelaan werden overgenomen, met name het idee om de bordesdeuren te omlijsten met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  af te sluiten met trapsgewijze muur, zij het met minder luxueuze materialen. Deze installaties tonen het belang en de interesse die deze aannemer en architecten Ramaeckers en Malcorps hechten aan de integratie van liften in hun architecturale projecten.