Kenmerken van de installatie
Ontwerper(s)
Schindler
Installatie
aanpassing in een bestaand trappenhuis of ruimte
Datum van ingebruikname
1919
Juridisch statuut
Erkenning van de historische waarde op 22 december 2023
Hoofd- of dienstlift
hoofdlift
Energie
elektrisch
Serienummer
4491
Aantal stopplaatsen
5
Nominale last (kg)
480
Aantal personen
6
Type schacht
gesloten schacht
Schachtwanden
metselwerk
Bordesdeuren
oude element(en)
hout
vleugeldeur
Plaats van het tegengewicht
in een gemeenschappelijke schacht
Oproeknoppen
oude
De kooi
Vorm van de kooi
vierhoekig
Kooimaterialen
houten
Kooideur
metalen en houten vouwhek
Bedieningsknoppenkast
oude
Identificatieplaatjes
oude
Oude fabrieksmerken
ja
Machinerie
Plaats van de machinerie
op het dak
Lier
oude motor
Schakelbord
oud
Verdiepingskiezer
oud
Snelheidsbegrenzer
oude snelheidsbegrenzer
Metadata
Datum redactie fiche
Vrijdag 22 december 2023
Auteur van de fiche
Muriel Muret
id
Urban : 411
Beschrijving
Het Brouwershuis is een gebouw dat in 1698, na het bombardement op Brussel, werd heropgebouwd door de Brouwersgilde. In 1919 werd het ingrijpend verbouwd voor de bank "Generale Maatschappij van België", met de toevoeging van een uitbreiding achter de oorspronkelijke achtergevel. In 1952 werd het gebouw opnieuw verbouwd voor de "Union des Brasseurs Belges", die in de kelder een klein museum inrichtte.
De Schindler-lift bevindt zich tegen de linker gemene muur, achter het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat het gebouw bedient en dat dateert uit 1919, net als de verbouwing van de bijgebouwen aan de achterkant.
De lift werd in 1919 geïnstalleerd in een gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . De motor bevond zich in de kelder naast de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . Na verbouwingen in de jaren 1950 werd de lift vernieuwd in 1959/1960, waarbij de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. werd behouden maar aangepast. De stopplaats op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. werd afgekeurd, de putEen vrije ruimte in het onderste gedeelte van de schacht waarin zich bepaalde technische onderdelen bevinden, zoals buffers en de schijf voor de snelheidsbegrenzer. van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. werd verdiept en er werden stopplaatsen gemaakt voor de kelderverdieping waar het nieuwe museum was gevestigd. De ingangen werden aan de zijkant geplaatst, met massieve bordesdeuren die waarschijnlijk werden hergebruikt (althans die er nu nog zijn). De genummerde eikenhouten deuren op elke verdieping zijn nog steeds hetzelfde als in 1919, met de toevoeging van een multiplex paneel.
De grote eikenhouten cabine met afwisselend verticaal streepfineer is typisch Schindler en dateert uit 1959. Het kenmerkende is dat het een dubbele toegang heeft (aan de voorkant en aan de rechterkant) om zowel de boven- als de kelderverdieping te bedienen. De baaien worden afgesloten door houten en metalen vouwhekken. De andere oude voorzieningen zijn behouden gebleven (bedieningsknoppen, handelsmerk, ventilatiesleuven bovenaan).
Op het dak van het achtergebouw is een nieuwe technische cabine gemaakt met nieuwe machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift. , over het algemeen nog in de staat van 1959.
De lift werd geïnstalleerd in 1919 en vervolgens vernieuwd met een vergunning uit 1959, waarbij bepaalde elementen (deuren) behouden bleven. De lift is opmerkelijk vanwege zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige
staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de
functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met
een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke
aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen
in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn.
bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie
nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie
kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele
integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren., waardoor het een zeer representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken
heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een
typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt.
De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal,
regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke,
industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context
(bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk.
Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed
te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan
representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de
ontwerper, enz. voorbeeld is van de productie van Schindler, en vanwege de manier waarop hij in dit historische gebouw past. Het is van historisch, esthetisch en technisch belang.