Guillaume Macaulaan 6

Appartementsgebouw in 1934 ontstaan uit de samenvoeging van twee huizen uit 1911, naar plannen van architect René Notéris. Bij deze verbouwing werd een attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. toegevoegd en werd op elke verdieping een appartement gecreëerd. De twee oorspronkelijke trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., elk grenzend aan de linker gemene muur, werden vervangen door één enkel trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., grenzend aan de rechter mandelinge muur van nr. 8. In het midden van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. bevindt zich een lift, waarvan het oorspronkelijke merkteken niet met zekerheid is vastgesteld.

De lift staat loodrecht op de as van de ingang en opent op elke verdieping tegenover de deur van het appartement dat hij bedient. Op de begane grond wordt de rechterkant afgesloten door een houten wand met panelen, die zichtbaar is vanuit de marmeren vestibule en de grote hal. De rest van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  is gedeeltelijk open en wordt beschermd door de gebeeldhouwde houten leuning van de trap, aangevuld met ijzeren kaders die een traliewerk omsluiten. Elke hoek van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  wordt onderbroken door een houten pilaarVrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. met daarop een bol. De gelambriseerde houten bordesdeuren zijn gevat in houtwerk met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en lijstwerk en passen bij het houtwerk van het gebouw. De bovenste helft van de deuren heeft twee langwerpige ramen. Op de bovenste verdieping is boven de deur een dun houten paneel toegevoegd aan het plafond.

De liftkooi is langgerekt en goed uitgevoerd. De houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … is vergelijkbaar met de Jaspar-cabines uit de jaren 1920 en 1930 (Koninginnelaan 144, Gallaitstraat 61, Brugmannlaan 339). Het wordt beschermd door een metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt.. De bedieningsknoppenkast en het naamplaatje zijn oud maar niet origineel. Ze werden geplaatst door de Ateliers Mariën, die verantwoordelijk waren voor het onderhoud van de installatie.

De oorspronkelijke machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  bevond zich oorspronkelijk in de kelder en de keerschijven voor de kooi en het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  bevonden zich boven de overkapping aan schachtkop, waar nu de nieuwe machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  en de oudere snelheidsbegrenzer zijn geïnstalleerd.

Deze lift is zorgvuldig en coherent geïntegreerd in zijn architecturale context. Als zodanig is hij van historisch en esthetisch belang.