Hallepoortlaan 1A

Appartementsgebouw met Beaux-Arts inslag uit 1910 op een gebogen perceel. De in 1934 geïnstalleerde Otis-lift bedient zeven haltes. Hij is bereikbaar na het belopen van de treden van de marmeren vestibule, het oversteken van de grote hal met mozaïek waar de trap begint en het volgen van een eveneens met mozaïek beklede gang. Hij bevindt zich in een gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in de kelder en op de begane grond, en vanaf de eerste verdieping in een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in het midden van de houten wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt.. De vier hoeken van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  bestaan uit houten palen waarvan het massieve uiterlijk wordt verklaard door de noodzaak om de lasten op te vangen van de trap, die bij de verbouwing van 1934 werd ingesneden om ruimte te maken voor de installatie van de lift. Tussen deze structurele elementen is een wijdmazig traliewerk aangebracht om de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  te beschermen. De oude oproepknoppen zijn vervangen door nieuwe op elke bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. De bordesdeuren zijn voorzien van vouwhekken. 

De rechthoekige liftkooi heeft de bijzonderheid dat zij toegankelijk is via de twee korte zijden, die elk zijn voorzien van een vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt.. De cabine is toegankelijk via de achterzijde op de begane grond en de kelder en via de voorzijde op de verdiepingen. De binnenwanden zijn bekleed met planken en de bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  zijn nieuw. Het lange, smalle tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  loopt in dezelfde schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  als de liftkooi. 

De originele Otis-lier in de kelder is bewaard gebleven. 

Deze installatie, die nog grotendeels authentiek is, is een interessant en goed gedocumenteerd voorbeeld van de slimme transformatie van de gemeenschappelijke ruimten van een bestaand gebouw om er een lift in onder te brengen. Als zodanig is zij van historisch en technisch belang.