Louizalaan 105

Appartementsgebouw in art-decostijl met acht bouwlagen, waarvan de laatste inspringend, op de hoek van de Louizalaan en de Blanchestraat, gebouwd in 1933 naar de plannen van architect A. Varlet.

Een eerste kleine hal leidt via een beglaasde deur naar de inkomhal versierd met een marmeren tegelvloer in dambordpatroon en een radiatorbekleding met art-decomotieven. In het tweede deel van de hal bevindt zich de verticale circulatie: de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. , het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en de hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. .

De Schindler-hoofdlift stond in de oorspronkelijke plannen en bedient zes verdiepingen met elk twee appartementen. Alleen de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden.  gaat tot de zevende verdieping, waar zich de voormalige personeelskamers bevinden. De hoofdlift loopt in een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in het gat van de granitotrap. De borstwering bestaat uit een kader van smeedijzeren spijlen waarin, gescheiden door ovalen, kaders van vierkant of ruitvormig maaswerk zijn geïntegreerd. Een gewelfde metalen plaat vormt een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. dat de portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van de vouwhekken van de bordessen bekroont. De oproepknoppen, de fabrieksmerken en het identificatieplaatje op de benedenverdieping zijn bewaard.

De eenvoudige houten liftkooi, met vierhoekige plan en afgeknotte hoeken, is typisch voor de productie van Schindler in de jaren 1930. Ze heeft rechthoekige ventilatiegaten in het bovenste gedeelte en, hoewel een recente bekleding zijn wanden bedekt, heeft haar oude accessoires behouden: het houten en metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt., het kastje voor de bedieningsknoppen, het identificatieplaatjeEen paneel of plaatje met technische informatie en/of instructies voor het gebruik van de lift in schriftelijke vorm. , de spiegel en de plafondlamp.

De machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  bevindt zich op het dak, naast de machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  van de dienstlift, en is nog grotendeels origineel.

Deze authentieke lift heeft een eenvoudige maar nette vormgeving en is van historisch, esthetisch en technisch belang. Samen met de dienstlift illustreert het de hiërarchie opgelegd inzake circulatie tussen het huishoudelijk personeel en het publiek in de luxeappartementsgebouwen van het interbellum.