Franklin Rooseveltlaan 110

Appartementsgebouw met art-deco-elementen, gebouwd door A. Varlet voor eigen rekening in 1931, op de hoek van de Keverslaan met de Franklin Rooseveltlaan.

De voordeur ligt in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en opent naar een vestibule met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en marmeren tegels die, eenmaal door de dubbele houten glazen deur waarvan het ontwerp de appartementsdeuren weerspiegelt, toegang geeft tot de grote hal waar zich de lift en trap bevindt. De vloer is, net zoals die van de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. op de verdiepingen, bekleed met granito omgeven door een mozaïeken raster in damboordpatroon.  Het gebouw heeft een hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is.  met erachter een dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. , toegankelijk vanaf de binnenplaats maar nu niet meer in gebruik.

De Schindler-hoofdlift stond reeds in de oorspronkelijke plannen en staat licht naar links ten opzichte van de ingang. Hij beweegt in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in het gat van de granito wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. en bedient twee appartementen per verdieping. De borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  bestaat uit een frame van smeedijzeren staven waarin door ovalen en bolletjes een traliewerk met vierkante of ruitvormige mazen is verwerkt. De smeedijzeren vleugeldeuren op de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. zijn allemaal dezelfde. Ze zijn verfijnd bewerkt met ovale, rol-, boog- en tegenboogmotieven in een symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. De gelijkenissen met de toegangsdeur doet vermoeden dat A. Varlet ze zelf heeft ontworpen. Ze zijn overigens identiek aan de bordesdeuren in het gebouwencomplex in de Franklin Rooseveltlaan nr. 82, 84, naar een ontwerp van dezelfde architect. De oude oproepknoppen op alle verdiepingen, en de fabrieksmerken op de derde en vierde verdieping zijn bewaard.

De liftkooi heeft twee afgesneden hoeken achteraan. Hij is aan de binnenkant versierd met exotisch houtfineer waarvan de horizontale platen de richting van de houtnerf afwisselen. In het bovenste deel is de liftkooi voorzien van een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en rechthoekige ventilatiegaten. Hij heeft ook andere oude elementen behouden, zoals het vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. uit hout en metaal, de geslepen spiegel vastgemaakt met behulp van glaslatten zoals bij de twee langwerpige ramen met structuurglas op de twee zijwanden, het fabrieksmerkEen grafisch ontwerp bedoeld om een bedrijf te identificeren. Het kan de vorm aannemen van een plaat, verhoogde letters, enz. en de plafondlamp, die typisch is voor Schindler. Het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  van de liftkooi beweegt in de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  van de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. , naast het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  van deze laatste.

De machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  bevindt zich in een machinekamer op het dak en werd volledig gemoderniseerd. Het neemt nu alle plaats in die vroeger was voorbehouden aan de oude machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  van beide liften. De motor, de tractieschijf en het afleidwiel, de snelheidsbegrenzer en de schakelkast zijn nieuw. Sommige oude elementen die niet meer gebruikt worden zijn wel bewaard, zoals een elektriciteitskast, een schakelaar en een eindeloopschakelaar drijfkracht.

Deze lift, met zijn verzorgde afgewerkte liftkooi en op maat gemaakte bordesdeuren ,is perfect geïntegreerd in zijn architectonische context, en is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor de luxe van de gebouwen tijdens het interbellum. Het heeft een groot deel van zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. behouden en is van historisch, esthetisch en technisch belang.