Kenmerken van de installatie
Ontwerper(s)
Daelemans
Ateliers Moës Liège, moteur
Installatie
Datum van ingebruikname
Juridisch statuut
Erkenning van de historische waarde op 04 juli 2022
Hoofd- of dienstlift
Energie
Serienummer
Aantal stopplaatsen
Nominale last (kg)
Aantal personen
Type schacht
Schachtwanden
Bordesdeuren
oude element(en)
Geleiders
Plaats van het tegengewicht
Oproeknoppen
Identificatieplaatjes
Oude fabrieksmerken
De kooi
Vorm van de kooi
Kooimaterialen
Kooideur
Bedieningsknoppenkast
Identificatieplaatjes
Oude fabrieksmerken
Verlichting
Kooiaccessoires
Machinerie
Plaats van de machinerie
Lier
Schakelbord
Verdiepingskiezer
Snelheidsbegrenzer
Metadata
Datum redactie fiche
Auteur van de fiche
id
Beschrijving
Gebouw in
modernistische stijl op de hoek van de Mercelisstraat, gebouwd volgens de
plannen van architect Alphonse Louis Malcorps in 1937, voor rekening van projectontwikkelaar
Charles Henry Thorelle, door de ondernemers Binje en Weemaes.
De vestibule
en de hal van Louizalaan 142A, die schuin ten opzichte van het gevelvlak zijn geplaatst, leiden naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., in het midden waarvan zich
de lift van het Antwerps merk Daelemans bevindt. Deze staan zijdelings ten
opzichte van de ingang. Zoals vaak het
geval is bij het werk van Malcorps is de integratie in de architectonische
context zorgvuldig gebeurt, met name dankzij het gebruik van dezelfde
materialen als die van de gemeenschappelijke ruimten, in dit geval roze en
beige marmer.
De
gedeeltelijk open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. wordt beschermd door een lage gemetselde en bepleisterde
muur, trapsgewijs afgewerkt zoals in andere gebouwen van de architect. De
onderkant van de schachtmuur en de trapmuur zijn bekleed met roze marmeren
platen, die ook trapsgewijs zijn gelegd om de treden van de trap te volgen. Op
de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. hebben de draaideuren een geometrische ijzerwerkcompositie van
horizontale en verticale lijnen en overlappende cirkels. De bordesdeuren worden
omlijst door twee pilarenVrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. en worden op elke verdieping bekroond door een kader
met een metalen rooster met vierkante mazen over de hele breedte van de
voorkant van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . Alle originele oproepknoppen en een oude
instructieplaat op de begane grond zijn bewaard gebleven.
De liftkooi
wordt nog steeds beschermd door een metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt.. Het heeft ook andere oude
kenmerken behouden: het houtfineer aan de binnenkant, de spiegel, het identificatieplaatjeEen paneel of plaatje met technische informatie en/of instructies voor het gebruik van de lift in schriftelijke vorm. ,
de geïntegreerde plafondverlichting en het kastje met de bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet. .
De machinerie
bevindt zich op de zolderRuimte onder het dak.. De motor van Ateliers Moës, de elektrische remEen op de motoras geplaatste inrichting die de motor
afremt en tot stilstand brengt door middel van twee schoenen die op de
remtrommel sluiten. Standaard staat de rem in de gesloten stand. Hij wordt
geopend door middel van een spoel of een servomotor. , de
snelheidsbegrenzer en de tractieschijf zijn oud.
Deze grotendeels
authentieke lift is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken
heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een
typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt.
De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal,
regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke,
industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context
(bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk.
Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed
te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan
representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de
ontwerper, enz. voor het werk van architect Malcorps. De
zorg besteed aan deze lift en zijn modernistische stijl geven het naast zijn
historische en technische waardeOnder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald
materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of
technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in
aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals
getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t.
een wetenschappelijke waarde. ook een esthetische waardeHistorisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of
halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen
in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap
markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke
(integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de
stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria
worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde..