Kluisstraat 34

Modernistisch appartementsgebouw gebouwd door de architecten A. Sarrasin en Lucien De Vestel in 1935.

De ingang bevindt zich in de rechter, en meest inspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de voorgevel, en komt uit op een elegante vestibule met hoog plafond en een grote marmeren trap waar zich bovenaan de Jaspar-lift bevindt. De lift stond in de oorspronkelijke plannen en verplaatst zich in een gedeeltelijk open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis.. De granito treden en de stootborden van het onderste deel van de betegelde trapmuur verlenen de lift een modernistisch kader.

De borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  heeft een eenvoudige en gestandaardiseerde vormgeving met smeedijzeren staven die een frame vormen met een gaaswerk van vierkante en ruitvormige mazen. De vouwhekken op de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. zijn op elke verdieping dezelfde en worden bekroond door een horizontale metaalplaat. Net als het vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. van de liftkooi beschikken ze over een verzonken handgreep, een typisch kenmerken van Jaspar-liften. De twee langwerpige ramen in elk van de zijwanden van de houten liftkooi zijn bevestigd door middel van glaslatten en zijn ondoorzichtig gemaakt. De binnenkant in houtfineer, het doorzichtige verlaagd plafond waarin de verlichting is geïntegreerd en de bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  zijn allemaal moderne toevoegingen.

De machinerieIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift.  is nog oud. De kabeltrommelAan de motoras bevestigd, een gegroefde cilinder waarop de tractiekabels van de cabine en het tegengewicht worden opgewonden en afgewikkeld. , de servomotorEen motor die de opening van de remschoenen en de voeding en draairichting van de tractiemotor elektromechanisch regelt. en de verdiepingskiezerEen elektromechanisch apparaat in de machinerie dat de exacte positie van de liftkooi aangeeft door middel van overeenkomstige contacten op elke verdieping. Verbonden met de oproep- en bedieningsknoppen kan de liftkooi op de gewenste verdiepingen worden gestopt en gestart.  zijn origineel. De motor van het Duitse merk Loher, met een systeem met twee snelheden, werd in het begin van de jaren 1970 geïnstalleerd door het bedrijf Ateliers Mariën. 

Deze lift heeft een eenvoudige, doch verzorgde vormgeving en is nog grotendeels authentiek, waardoor het van historisch en technisch belang is Het is een voorbeeld van de Belgische liftenbouwer Jaspar, die deze installatie rond 1937 trouwens ook vermeldt in één van haar catalogi.