Troonstraat 20

Appartementsgebouw in modernistische stijl op de hoek van de Troonstraat en de Handelsstraat, gebouwd in 1935 volgens de plannen van architect Alphonse Louis Malcorps, voor projectontwikkelaar Charles Henry Thorelle.

De ruimtes bij de ingang zijn versierd met mozaïeken met geometrische patronen op de vloer en lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in travertijn met zwarte marmeren banden op de muren. De Daelemans-lift was oorspronkelijk voorzien op de plannen en is met de rug naar de ingang geplaatst, met inkom tegenover de granito trap waarvan de cilindrische trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. wordt bekroond door een ijzeren spiralen reling. De bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. zijn afgewerkt met een zwarte geometrische mozaïekrand. De schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  is bijna geheel omsloten door een gemetselde muur. Op de verdiepingen echter, is het geopend aan de voorkant, boven de massieve bordesdeuren, maar op de gelijkvloers en de bovenste verdieping afgesloten door een dubbele houten vleugeldeur die toegang geeft tot de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . De geometrische omlijsting aan weerszijden van de bordesdeuren, gevormd door de metselwerkmuur die gepleisterd is zoals de aangrenzende muren, is typerend voor de architect Malcorps. De identieke houten bordesdeuren hebben hun originele handgrepen niet behouden. Hun vormgeving met vijf regelmatige horizontale verdelingen is dezelfde als de deuren van de appartementen. Ze zijn op de verdiepingen gevernist en op de gelijkvloers en de bovenste verdieping respectievelijk in een donkere en een lichte kleur geschilderd. De oproepknoppen zijn bewaard gebleven. De verdiepingsnummers worden tegenover de bordesdeuren op een balk van het plafond aangegeven. 

De houten liftkooi is eenvoudig van constructie en is aan de binnenkant bekleed met een kostbaar houtfineer (padoek?). Het wordt afgesloten door een metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. met een ingebouwd handvat, en de oorspronkelijke bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  zijn bewaard.

De oorspronkelijke Daelemans-machines, die zich op het dak in een technische cabine bevinden, werden in de jaren 1990 vernieuwd (motor en schakelkast).

Deze lift, die veel van zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. heeft behouden, is perfect geïntegreerd in zijn architectonische context en is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor het werk van de architect Malcorps. Het is van historisch en esthetisch belang.