Gulden-Vlieslaan 66

Het appartementsgebouw in art-decostijl vermengd met Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. op nummer 66 van de Guldenvlieslaan werd in 1935 gebouwd volgens de plannen van architect A. Varlet.

De hoofdlift, van het merk Stigler, circuleert in een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., dat rechts ten opzichte van de aslijn van de ingang ligt. Deze ruimte bevat de verticale circulatie en wordt van de vestibule afgescheiden door twee marmeren trappen en een beglaasde deur. De bordesdeurDe deur op elk bordes die toegang geeft tot de liftkooi. op de benedenverdieping is versierd met smeedwerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. dat herinnert aan de borstwering van tweede trap van de vestibule en aan het smeedwerk van de toegangsdeur. De bordesdeuren op de hogere verdiepingen zijn vouwhekken bekroond door een steekvormige metalen plaat. De schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  wordt beschermd door een metalen borstwering gevormd door gewoon traliewerk met vierkante mazen, gevat in kaders die door ringen van elkaar worden gescheiden.

De zijwanden van de liftkooi in gevernist hout zijn deels opengewerkt met gehamerd glas en zijn voorzien van twee spiegels tegenover de ingang die dezelfde afmetingen hebben als de zijopeningen, aangevuld met kleine openingen aan de bovenzijde van de kooi en een houten vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. en een bankje. Deze betrekkelijk eenvoudige behandeling van de liftkooi en haar platte plafond – vrij zeldzaam bij Stigler – kunnen worden verklaard door de beperkte ruimte tussen de kooi en het plafond van de laatste bouwlaag. Deze ruimtelijke beperking noodzaakt een kooi met een plat, onbewerkt dak. De kast met de bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet.  van de kooi en de oproepknoppen zijn oud maar niet oorspronkelijk.

De nog grotendeels bewaarde aandrijving is in de kelder geïnstalleerd. Het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  van de hoofdlift circuleert in de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  van de dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. .

Deze nog grotendeels authentieke lift heeft een historische, esthetische en technische waarde.