Kenmerken van de installatie

Ontwerper(s)

Otis

Installatie

oorspronkelijke installatie

Datum van ingebruikname

1913

Juridisch statuut

Erkenning van de historische waarde op 28 september 2021

Hoofd- of dienstlift

hoofdlift

Energie

elektrisch

Serienummer

A1676

Aantal stopplaatsen

6

Nominale last (kg)

225

Aantal personen

3

Snelheid (m/s)

0,27

Type schacht

deels geopend schacht

Schachtwanden

smeedwerk
gaas
hout

Bordesdeuren
oude element(en)

smeedwerk
traliewerk
vleugeldeur

Geleiders

ijzeren ronde

Plaats van het tegengewicht

in een aparte schacht

Oproeknoppen

recente

Identificatieplaatjes

geen

Oude fabrieksmerken

neen

De kooi

Vorm van de kooi

vierhoekig

Kooimaterialen

houten bewerkte glazen (bedrukt, gekleurd, afgeschuind)

beglaasd(bewerkt glas, glas-in-lood, doorschijnend

Kooideur

houten schuifdeuren

Bedieningsknoppenkast

recente

Identificatieplaatjes

recente

Oude fabrieksmerken

ja

Verlichting

oude plafondlamp

Machinerie

Plaats van de machinerie

in de kelder

Lier

oude motor
kabeltrommel

Schakelbord

recent

Verdiepingskiezer

recent

Snelheidsbegrenzer

recente snelheidsbegrenzer

Metadata

Datum redactie fiche

Donderdag 23 september 2021

Auteur van de fiche

Christophe Mouzelard

id

Urban : 152
lees meer

Beschrijving

Dit imposante appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. uit 1913 vormt de hoek met de François Stroobantstraat. De auteur is onbekend, maar het gebouw vertoont verscheidene overeenkomsten met het ertegenover liggende gebouw (nr. 67-73 L. Lepoutrelaan en nr. 45-51 F. Stroobantstraat), gebouwd door aannemer Jean Craps.


Een brede vestibule in mozaïek en met muren die volledig met marmer zijn bekleed, leidt naar de hal waarin zich de trap, een telefooncel en de Otislift bevinden. De lift, die hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd met het gebouw werd ontworpen, circuleert in het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. in een gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  die de vorm van een gelijkbenig trapezium heeft. Het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. wordt verlicht door een centraal daklicht en brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen de benedenverdieping en de eerste verdieping met glas-in-loodramen is versierd. De bordesdeuren en de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de overlopen zijn gemaakt van ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van heel hoge kwaliteit, aangevuld met traliewerk met ruitvormige mazen. Ze combineren lijn- en spiraalmotieven onder een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. bekroond door een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. die op de benedenverdieping het woord “Lift” bevat en vanaf de eerste verdieping de verdieping aangeeft. De rest van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  wordt afgesloten door de houten trapleuning onder traliewerk met ruitvormige mazen gevat tussen metalen staven. De oproepknoppen zijn vernieuwd naar oud model. De liftput (het onderste gedeelte van de schacht) is zichtbaar vanaf de benedenverdieping en kreeg een decoratieve behandeling met tegels.


Net als de rest van het gebouw is de in acajou uitgevoerde liftkooi met bijzonder veel zorg behandeld. De ruime, met panelen beklede liftkooi, die typisch is voor de periode waarin de eerste private liften ontstonden, is breed beglaasd. Ze is toegankelijk via twee schuifdeuren bekroond door een gebeeldhouwde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en wordt overvloedig verlicht door afgeschuind glas in de bovenste helft en door het gewelfde dak, dat met glas-in-loodramen is versierd.


De gedeeltelijk bewaarde aandrijving is in de kelderverdieping geïnstalleerd; de 220V-motor is niet oorspronkelijk maar dateert wellicht van het interbellum. De in de zolderRuimte onder het dak. geïnstalleerde keerschijven zijn oorspronkelijk. Het tegengewicht circuleert in een aparte schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in de dikte van de muur van het trappenhuis

.

Deze nog authentieke lift is een uitzonderlijke getuige van de grote zorg die werd besteed aan alle voorzieningen en aan de gemeenschappelijke delen van deze voor een gegoede cliënteel bestemde appartementsgebouwen. Hij heeft een heel grote esthetische waarde, evenals een onmiskenbare historische en technische waarde.