Glossarium

Het glossarium omschrijft en illustreert de meest voorkomende specifieke termen van de inventaris. Deze termen verwijzen naar de oude of oorspronkelijke onderdelen van de historische lift, niet naar moderniseringen.
Een vetgedrukt woord is zelf gedefinieerd in de woordenlijst. Varianten van een term zijn cursief weergegeven.
Sommige termen kunnen doorheen de website worden gezocht. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld alle beschrijvingen raadplegen waarin het woord 'snelheidsbegrenzer' voorkomt.

glossarium

Amsterdamse School

Belangrijke Nederlandse expressionistische architectuurrichting (ca. 1913-1930) met specifieke volumewerking en decorati (...)

Art deco

Tendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebrui (...)

Art nouveau

Internationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In Bel (...)

Barok

(...)

Beaux-Artsstijl

Architectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en (...)

Brutalisme

(...)

Classicerende barok

(...)

Classicisme

(...)

Eclectische stijl met polychroom parement

Gangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en t (...)

Eclectisme

Veel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt d (...)

Eclectisme met pittoresk karakter

Cottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelij (...)

Empire

Stijlrichting (ca. 1800-1850) binnen het neoclassicisme met een specifieke vormentaal (palmetten, sfinxen, griffioenen, (...)

Functionalisme

(...)

Gotiek

(...)

hedendaagse architectuur

(...)

Hightech

(...)

Historicisme

Architectuurstrekking (ca. 1850 - 1914) die bijna letterlijk stijlen uit het verleden herneemt, zoals gotiek, renaissanc (...)

Internationale Stijl

In de internationale stijl primeert het functionele op de vorm. Dit komt tot uiting in een rationeel grondplan, eenvoudi (...)

Laat-eclecticisme

(...)

Landelijke architectuur

Voorbeelden van landelijke architectuur, treffen we voornamelijk aan in de verstedelijkte rand van Brussel. Ze verwijzen (...)

Louis-Philippe

(...)

Modern classicisme

(...)

Modernisme

Internationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel g (...)

Moorse stijl

Stijl geinspireerd op de Arabische bouwkunst en voornamelijk gekenmerkt door een rijke polychromie en hoefijzerboog (...)

naoorlogs modernisme

(...)

Neo-Egyptisch

Historiserende stijl die teruggrijpt naar de vormentaal van het oude Egypte met o.m. bundelzuilen met papyrus- en palmen (...)

Neo-Lodewijk XV, neorococo

Historiserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het (...)

Neo-Lodewijk XVI

Historiserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Neemt de neoclassicistische ornamenten uit de periode va (...)

Neo-Tudor

(...)

Neo-Vlaamse renaissance

Vlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- e (...)

Neobarok

Neobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vorm (...)

Neobyzantijns

Een zeldzame historiserende architectuur in Brussel (enkele kerken). Verwijst naar de bouwkunst van het byzantijnse rijk (...)