Kenmerken van de installatie

Ontwerper(s)

Jaspar

Installatie

oorspronkelijke installatie

Datum van ingebruikname

circa 1929

Juridisch statuut

Erkenning van de historische waarde op 30 juli 2020, 14 mei 2021

Hoofd- of dienstlift

hoofdlift

Energie

elektrisch

Serienummer

890987

Aantal stopplaatsen

9

Nominale last (kg)

225

Aantal personen

3

Snelheid (m/s)

0,47

Type schacht

deels geopend schacht

Schachtwanden

gaas
hout

Bordesdeuren
oude element(en)

hout

Plaats van het tegengewicht

in een aparte schacht

Oproeknoppen

oude

Identificatieplaatjes

oude

De kooi

Vorm van de kooi

vierhoekig

Kooimaterialen

houten bewerkte glazen (bedrukt, gekleurd, afgeschuind)

Kooideur

metalen en houten vouwhek

Bedieningsknoppenkast

oude

Identificatieplaatjes

oude

Oude fabrieksmerken

neen

Verlichting

oude plafondlamp

Kooiaccessoires

spiegel

Machinerie

Plaats van de machinerie

in de kelder

Lier

oude motor
kabeltrommel

Schakelbord

recent

Verdiepingskiezer

recent

Snelheidsbegrenzer

oude snelheidsbegrenzer

Metadata

Datum redactie fiche

Maandag 25 januari 2021

Auteur van de fiche

Christophe Mouzelard

id

Urban : 382
lees meer

Beschrijving

Dubbel appartementsgebouw in modernistische stijl met art-deco-invloed, met twee ingangen (Constantin Meunierplein 1 en 2), gebouwd door architect Jean-Florian Collin naar plannen uit 1929. De twee toegangsdeuren op het Constantin Meunierplein hebben opengewerkte houten panelen met geometrische motieven.

Op nr. 2 (hoek van de Onderlinge bijstandstraat) werd de dubbele Jasparlift met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. liftkooien tegelijkertijd met het gebouw ontworpen en bevindt zich achter in de inkomhal, in het verlengde van een vestibule die in dezelfde materialen is uitgevoerd: vloer en lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in travertijn, plinten om omlijstingen in groen marmer. De lift heeft een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  die wordt afgeschermd door een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met metalen traliewerk met ruitvormige mazen gevat in een houten structuur. Hij bevindt zich in het hart van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met een travertijnen vloer en muren met gegroefd hout bekleed. De bordesdeuren worden gevormd door vijfhoekige houten vleugeldeuren die met een geometrisch straalmotief zijn opengewerkt en door een impost met analoog motief worden bekroond. Deze deuren, waarvan de motieven herinneren aan die van de ingangsdeur, evenals de opeenvolgende uitsprongen op de hoeken van de hoofdgevel en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., treffen we ook aan in andere gebouwen die Jean-Florian Collin begin jaren 1930 bouwde en die met historische liften zijn uitgerust. Het gaat dus hoogstwaarschijnlijk om een model dat door Collin zelf werd ontworpen om in zijn appartementsgebouwen te worden toegepast.

De liftkooien worden door een houten vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. afgesloten.De binnenzijde van de liftkooien is bekleed met multiplex dat het oorspronkelijke hout en figuurglas bedekt (omkeerbare ingreep).

De grotendeels oorspronkelijke aandrijvingen van de twee liften bevinden zich naast elkaar in de kelder, terwijl de keerschijven en de snelheidsbegrenzer op het dak zijn geïnstalleerd. De liftmotoren zijn van het merk C.E.B. Op een van de twee motoren hangt nog een plaatje van de firma Jaspar. Ze zijn oorspronkelijk en werden gerestaureerd. De aandrijvingen werden eerder door Schindler gemoderniseerd (rem, eindeloopschakelaar,..). De bedieningspaneelen werden recent vervangen.

De liften vertonen ook nog een technische eigenaardigheid: de tegengewichten bevinden zich aan de buitenzijde van het gebouw en schuiven op en neer langs de achtergevel op geleidingskabels.

De bijzonder verzorgde decoratie van de bordesdeuren en van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , die perfect aansluit bij de verschillende decorelementen van het gebouw, de integratie in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met een open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , de aanwezigheid van de meeste oorspronkelijke elementen en de plaatsing van het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  aan de buitenzijde, verlenen deze liften een grote historische, esthetische en technische waarde.