Veydtstraat 6A

Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met zes bouwlagen, gebouwd in 1931 naar de plannen van de architect en aannemer Jean-Florian Collin.

De twee ingangszones in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het gebouw, die naar de verticale circulatie leiden, zijn sober ingericht in art-decostijl. De Jaspar-lift stond in de oorspronkelijke plannen en staat links met zijn rug naar de ingang. Hij staat in de muur tegenover het granito trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en loopt in een gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . De identieke houten bordesdeuren zijn opengewerkt met een stervormig geometrisch patroon. Dit model komt voor in verschillende gebouwen van de architect Jean-Florian Collin, wat doet vermoeden dat hij het zelf heeft ontworpen. De bordesdeuren worden geflankeerd door twee vleugeldeuren uit massief hout die toegang geven tot de technische elementen van de appartementen. Het hout dat voor de drie deuren is gebruikt, is hetzelfde als dat van de oorspronkelijke appartementsdeuren en heeft een mooie decoratieve nerf. De oude oproepknoppen en fabrieksmerken en het koperen verdiepingsnummer op elke bordesdeurDe deur op elk bordes die toegang geeft tot de liftkooi. vanaf de eerste verdieping zijn bewaard.

De liftkooi is aan de binnenkant versierd met een gesneden friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in het bovenste gedeelte en een fineer bestaande uit verschillende rechthoekige elementen die de richting van de houtnerf afwisselen. Het metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. is typisch voor de Jaspar-productie uit de jaren 1930, en het fabrieksmerkEen grafisch ontwerp bedoeld om een bedrijf te identificeren. Het kan de vorm aannemen van een plaat, verhoogde letters, enz. op de drempel en de identificatieplaatjes zijn bewaard gebleven en dragen bij tot de authenticiteit van de lift.

Het tegengewichtVerbonden met de liftkooi aan de hand van tractiekabels en glijdend langs de verticale geleiders; het is meestal gemaakt van gietijzeren elementen (gietelingen). Het gewicht ervan is gelijk aan dat van een halfvolle liftkooi. Het biedt dus tegenwicht aan het gewicht van de liftkooi, waardoor minder energie nodig is om deze te verplaatsen.  loopt in de hoek van de achtergevels. De keerschijf is via een metalen balk verbonden met de keerschijven van de liftkooi, die net als de snelheidsbegrenzer in de schachtkop zijn geïnstalleerd. Deze elementen zijn oud, misschien zelfs origineel. De aandrijving in de kelder werd gemoderniseerd.

De integratie in de architectonische context, de zorg die is besteed aan de decoratie van de bordesdeuren en het behoud van een groot aantal oude voorzieningen geven deze Jaspar-lift een historisch, esthetisch en technisch belang.