Kenmerken van de installatie
Ontwerper(s)
Thirionet L.
Stigler
Installatie
Datum van ingebruikname
Juridisch statuut
Erkenning van de historische waarde op 16 juni 2021
Hoofd- of dienstlift
Energie
Serienummer
Aantal stopplaatsen
Nominale last (kg)
Aantal personen
Snelheid (m/s)
Type schacht
Schachtwanden
Bordesdeuren
oude element(en)
Plaats van het tegengewicht
Oproeknoppen
Identificatieplaatjes
De kooi
Vorm van de kooi
Kooimaterialen
Kooideur
Bedieningsknoppenkast
Identificatieplaatjes
Verlichting
Kooiaccessoires
Machinerie
Plaats van de machinerie
Lier
Schakelbord
Verdiepingskiezer
Metadata
Datum redactie fiche
Auteur van de fiche
id
Beschrijving
Het appartementsgebouw Central
Résidence werd in art-decostijl gebouwd tussen 1931-1933 volgens de plannen van
architect J.-B. Tilman. Het bestaat uit twee delen (nr. 27 en nr. 29).
Nr. 27 is uitgerust met een lift van de firma Thirionet, een Brusselse
ingenieur-constructeur die de Stiglerliften installeerde.
De nog oorspronkelijke lift loopt in een
afgesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. en bedient twee appartementen per verdieping. De
inkomhal bevat de verticale circulatie met de trap. Enkele treden leiden naar de
brievenbussen, de deuren van de twee gelijkvloerse appartementen en de lift,
die zich in de aslijn van de ingangsdeur bevindt. In de gemene delen zijn de
inrichtingen die typisch zijn voor de jaren 1930 bewaard gebleven: vloer met
dambordpatroon van marmer op de benedenverdieping, siersmeedwerk voor de
borstweringen, lichtgrijs granito voor de vloer van de trap en de overlopen op
de verdiepingen. Die laatste hebben een originele vorm die een vlotte circulatie binnen
een beperkte ruimte mogelijk maakt en een esthetische inrichting van de donkergekleurde
houten liftdeuren verzekert. Die liftdeuren zijn voorzien van een doorkijk gevormd door drie ruiten
in figuurglas die door kleine verticale houten roeden worden gescheiden.
De houten liftkooi is versierd met paneelwerk en heeft een verhoogd dak voorzien van een opengewerkt decoratief hek. De oorspronkelijke voorzieningen zijn bewaard: vouwhek met goed zichtbaar mechanisme, bedieningsknoppen en contacten van de vanginrichtingEen veiligheidssysteem dat de liftkooi op zijn geleiders vastzet in geval van een breuk in de tractiekabel of een te hoge snelheid. (vier kasten aan de bovenzijde van de kooi).
De aandrijving is gedeeltelijk gemoderniseerd.
De lift en zijn bordesdeuren, die tegelijkertijd met het gebouw werden ontworpen, dragen onmiskenbaar bij tot de historische en esthetische waardeHistorisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde. van dit interieur uit de jaren 1930, dat zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. grotendeels heeft behouden.