Auguste Reyerslaan 33

Groot complex van drie modernistische appartementsgebouwen, ontworpen in 1938 (nr. 31), 1935 (nr. 33) en 1936 (nr. 35) door architect Maurice Van Isacker. De drie gebouwen hadden allemaal een soortgelijke lift, maar die op nummer 31 werd omgebouwd.

Op nr. 33 zijn de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw het resultaat van uiterst zorgvuldig vakmanschap. Een smalle vestibule bekleed met rood en zwart marmer leidt na enkele treden naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en de lift, zichtbaar in de as van de ingang. De oorspronkelijke Schindler-lift staat in het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. van de marmeren wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. en bedient negen verdiepingen. De kwalitatieve schachtbescherming werd op maat gemaakt. Ze bestaat uit ijzeren kaders met een Andreaskruis en is voorzien van helder structuurglas. De gebeitelde en gehamerde behandeling van de metalen oppervlakken doet denken aan het ijzerwerk aan de buitenkant (toegangsdeur en bescherming van de ramen op de benedenverdieping). De bordesdeuren vertonen hetzelfde ontwerp. Op alle verdiepingen werd een ondoorzichtige wand aangebracht in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de bordesdeuren. In de kelder worden de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  en de bordesdeurDe deur op elk bordes die toegang geeft tot de liftkooi. beschermd door een rooster. De oorspronkelijke oproepknoppen werden op de verschillende verdiepingen bewaard.

De liftkooi is bekleed met een fineer van eikenbladen die verticaal en horizontaal zijn gelegd. De zijwanden hebben twee ramen die uitzicht bieden op de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  en natuurlijk licht van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. binnenlaten. De liftkooi heeft zijn originele, oude kenmerken behouden: het houten en metalen vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt., de bedieningsknoppenEen reeks knoppen in de liftkooi waarmee automatisch de gewenste verdieping wordt gekozen. Een stopknop, een alarmknop en een lichtschakelaar maken dit systeem vaak compleet. , de spiegel, het identificatieplaatjeEen paneel of plaatje met technische informatie en/of instructies voor het gebruik van de lift in schriftelijke vorm.  en de ventilatiegaten in het bovenste gedeelte.

Veel van de oude Schindler-machinerie, waarschijnlijk origineel, is bewaard gebleven: de trommellier, de motor, de remEen op de motoras geplaatste inrichting die de motor afremt en tot stilstand brengt door middel van twee schoenen die op de remtrommel sluiten. Standaard staat de rem in de gesloten stand. Hij wordt geopend door middel van een spoel of een servomotor.  en de servorem. De schakelkast en de snelheidsbegrenzer werden gemoderniseerd.

Deze zeer authentieke lift, die representatief is voor Schindler-installaties die op maat in gebouwen werden ingebouwd, is van historisch, esthetisch en technisch belang.