Gulden-Vlieslaan 76

Appartementsgebouw in modernistische stijl gebouwd in 1937 door aannemer Oscar Hermoye volgens de plannen van de architecten Octave en Edgard Thomas.

De Schindlerlift, die tegelijkertijd met het gebouw werd ontworpen, bedient tien bouwlagen. De inkomvestibule is bekleed met gele travertijn en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van zwart marmer als deksteen. Een marmeren traparm leidt naar een bescheidener hal waarin zich de verticale circulatie bevindt. De lift is in het trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. geïnstalleerd, en beide verspringen ze lichtjes ten opzichte van de ingang. De vloer en de trap zijn met granito bekleed. De liftschacht wordt ter hoogte van de zijwanden gedeeltelijk afgesloten door een muurtje bekleed met granito en bekroond door ijzerwerk bestaande uit staven met rechthoekige dwarsdoorsnede die een kader vormen rond metalen traliewerk met ruitvormige mazen. Deze metalen staven zijn met metalen bollen aan elkaar bevestigd. We treffen diezelfde compositie ook aan op de voorzijde van de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , die aan weerszijden van de bordesdeurDe deur op elk bordes die toegang geeft tot de liftkooi. wordt afgesloten door diezelfde panelen die op hoge muurtjes in granito rusten en van traliewerk met vierkante mazen zijn voorzien. De bordesdeur heeft dezelfde behandeling gekregen en bestaat uit drie boven elkaar geplaatste panelen.

De oorspronkelijke houten liftkooi wordt thans bedekt door imitatie acajoufineer dat de ruiten van de kooi afdicht. Het vouwhekEen sluitsysteem bestaande uit door beweegbare dwarsbalkjes verbonden met staanders, en dat tussen een boven- en een onderrail in- en uitklapt. in hout en metaal, typisch voor de firma Schindler, is daarentegen wel bewaard gebleven. 

De oude aandrijving is goed bewaard en werd gedeeltelijk gemoderniseerd.

Deze lift heeft een historische en technische waardeOnder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde. en is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. en kenmerkend voor een installatie uitgevoerd door de firma Schindler tijdens het interbellum.